Nog een paar maanden heeft Maria van der Hoeven te gaan als minister van
Economische Zaken. Of ze na de verkiezingen van 9 juni als CDA-prominent
terugkeert op haar huidige post, is onzeker. "Toen ik in het vorige
kabinet minister van Onderwijs was, wilde ik nog wel een keertje door op dat
ministerie. Maar in 2007 viel de keuze voor Onderwijs op de PvdA en kwam dit
er voor mij uit. Je weet het dus nooit."
Beschikbaar voor een nieuw ministerschap is ze wel. "Wie is dat niet?"
In ruim drie jaar op Economische Zaken is het voor Van der Hoeven duidelijk
geworden dat de ontwikkeling van innovatie en duurzame energie nieuwe
impulsen nodig heeft. "Het is niet goed als je de productie van groene
stroom tot in lengte van dagen blijft subsidiëren. Ik heb dat verschillende
keren aan de orde gesteld, maar dat vond tot voor kort weinig weerklank."
Van der Hoeven wil op termijn af van overheidssubsidies die de hogere
productiekosten van wind- en zonne-energie vergoeden. “We moeten toe naar
een goed werkende Europese markt voor duurzame energie, waar innovatieve
bedrijven concurreren zonder de steun van de overheid.”
Prijssubsidies voor groene stroom helpen weliswaar de productie aan te
zwengelen, maar leiden niet tot vernieuwing die schone energie rendabel
maakt, vindt de minister. "Steun voor innovatie moet blijven en
energiebesparing is ook belangrijk, maar subsidies voor de productie van
duurzame energie moeten we geleidelijk afbouwen."
U ziet windmolens als kansrijk voor Nederland, maar waarschuwt tegen een
overdaad aan groene subsidies. Moet er dan overheidsgeld naar windenergie?
"Ik zie graag een brede aanpak, waarbij je windstroom bijvoorbeeld
combineert met de ontwikkeling van elektrische auto’s, die mogelijkheden
bieden tot decentrale opslag in batterijen. Zover is het nog niet, maar je
kunt energiebedrijven wel stimuleren zich voor te bereiden op een verplicht
aandeel duurzame energie en innovatiegelden daar op richten."
Hoe moet zo’n verplichting voor duurzame energie eruit zien?
"Er zijn verschillende mogelijkheden, zoals een verplichting voor
afnemers, leveranciers of voor producenten. Je moet goed kijken wat het
beste werkt. Daar ben ik nog niet uit. Het Duitse feed-in systeem regelt de
verplichte afname van groene stroom, maar kost veel geld. Het zorgt voor
extra productie van zonne-energie en zonnepanelen, maar leidt nauwelijks tot
innovatie. Nederland moet inzetten op duurzame bronnen die we rendabel
kunnen exploiteren en die patenten opleveren waaraan je kunt verdienen."
Eind 2009 besloot het kabinet de subsidie voor duurzame energie anders te
financieren, via een heffing die zichtbaar wordt op de energienota. Staat u
daar nog achter?
"Dat ging over de bekostiging. De huidige financiering van de SDE [Stimulering
Duurzame Energieproductie, Z24] wordt betaald uit de algemene
belastingen. In plaats daarvan wordt gedacht aan een aparte heffing die via
de stroom- en gasnota loopt. De burger wordt daarvoor gecompenseerd via
lastenverlichting. De nieuwe SDE-heffing staat ook los van het stroom- en
gasverbruik."
Er ligt ook een scenario om vanaf 2012 het budget voor de SDE-regeling fors
uit te breiden, wat huishoudens tegen 2020 een paar honderd euro per jaar
extra zou kosten. Hoe zit het daarmee?
"Het besluit hierover is nog niet genomen. Maar als je aan de andere kant
gaat zitten door in te zetten op innovatie die ervoor zorgt dat de
onrendabele top van de duurzame energieproductie verdwijnt, kun je de
SDE-subsidies op de langere termijn juist afbouwen."
Klimaatdoelen zoals de reductie van broeikasgas Co2 moeten wat u betreft
niet voorop staan bij de stimulering van duurzame energie. Waarom?
"Co2-besparing is op zichzelf een belangrijk doel, maar vraagt om aparte
instrumenten. Daarvoor kun je het beste inzetten op goedkopere opties, zoals
energiebesparing en kernenergie. Ik vind dat een volgend kabinet een besluit
moet nemen over kernenergie. Of er één, twee of drie centrales bij moeten,
daar wil ik even vanaf wezen. Maar we hebben alles gedaan om de locaties
overeind te houden."
En het kernafval?
"Dat is inderdaad nog een probleem, net als de voorradigheid van uranium.
Ook daar zijn echter oplossingen voor te vinden. Maar je kunt niet zeggen:
ik wil geen kernenergie en toch een Co2-vrije energievoorziening."
U noemt verder energiebesparing. Wat voor maatregelen passen daarbij?
"Je kunt een heel eind komen met normering in de gebouwde omgeving, zowel
voor bedrijven als voor wonen. Dan bedoel ik energielabels voor kantoren en
woningen. Een hogere energiebelasting voor de industrie is riskant. Als dat
leidt tot het doorbreken van het gelijke speelveld, vertrekken bedrijven uit
Nederland en gaan ze in het buitenland op de oude voet verder. Daar win je
niets mee."
Vergeleken met de overheid investeren Nederlandse bedrijven relatief weinig
in duurzame energie. Hoe kun je dat veranderen?
"Door ze te laten verdienen aan duurzame energie. Als bedrijven dat niet
kunnen, doen ze er niets aan. De overheid moet een kader bieden, dat
bedrijven toont wat voor investeringen zinvol zijn om tot een rendabele
exploitatie te komen."
Bij het Innovatieplatform, waar u lid van bent, hoor je nogal eens klagen
dat Nederland ook in bredere zin achterop dreigt te raken. Wat vindt u
daarvan
"Het ligt er wel aan wie dat zeggen. Aan de
Kennisinvesteringsagenda werken bijvoorbeeld alleen organisaties mee die
zelf subsidie ontvangen, zoals universiteiten en TNO. Dat zijn geen partijen
die eigen geld steken in innovatie."
Toch is ook iemand als DSM-topman Feike Sijbesma niet onverdeeld positief.
"Je moet inderdaad zorgen dat je aan de maat blijft. Daar ligt een taak
voor de overheid, maar ook voor bedrijven zelf. Als men bij mij aankomt met
‘Van der Hoeven, effe vangen’ en er wordt niet gereageerd op de vraag: 'wat
doe je zelf aan innovatie, wat investeer je er zelf in, welke keuzes maak
je?'. Dan is dat niet goed. Zo is de situatie soms nog wel een beetje. Het
grootbedrijf en het mkb moeten ook zelf aangesproken kunnen worden op wat ze
doen aan innovatie, want op deze manier redden we het niet."
Veel politieke partijen willen de Haagse ministeries op de schop nemen. Wat
moet er met Economische Zaken gebeuren?
"Als je gaat herverdelen, kijk dan naar de logische verbanden tussen
onderdelen. Dan zou het mogelijk moeten zijn om misschien met minder
departementen uit te komen. Er is bijvoorbeeld een blok dat te maken heeft
met ruimtelijke ordening en milieu, en een ander blok voor economie, kennis
en innovatie."
Milieu en economie horen niet in hetzelfde hokje?
"Nee. Ik plaats wel energie en economie in hetzelfde hokje. Alles wat met
energiepolitiek te maken heeft, raakt ook aan industriepolitiek. Milieu en
klimaat aan de ene kant en economie aan de andere kant, dat zijn aparte
takken van sport. Soms levert dat spanningen op, maar die los je niet op
door beide disciplines in één ministerie bij elkaar te brengen."
Bent u zelf beschikbaar voor een nieuwe ministerspost?
"Wie is dat niet? Je weet niet hoeveel departementen er komen, hoeveel
ministers en staatssecretarissen. Maar als er na de verkiezingen een
driepartijenkabinet komt, en dat sluit ik niet uit, heb je wel wat posten
nodig om te verdelen."
Lees ook:
Naschrift:
Uit de eerste versie van het interview dat op de site verscheen, kon de
lezer de indruk krijgen dat VNO-NCW en MKB-Nederland subsidie ontvangen.
Omdat dit niet het geval is, heeft de redactie op verzoek van het ministerie
van Economische Zaken de formulering van de minister aangepast.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl